e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raam venster: vęnstǝr (Eupen) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raapzaad reubzaam: røbzom (Eupen) Brassica rapa L. subsp. oleifera. Naam voor het gewas en voor het zaad. Zoals koolzaad is ook raapzaad een koolsoort die alleen om het oliehoudend zaad wordt geteeld. De knolraap is de vrucht van dezelfde soort die omwille van de knol wordt verbouwd; vergelijk ook het lemma Knolraap. I-5
raapzaadolie reubolie: rø̜bǫlǝ (Eupen) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd drollig: drōləx (Eupen), kluchtig: klyxtəx (Eupen) zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)] III-1-4
radijs radijs: radīs (Eupen) I-7
ragebol stubber: štøͅbər (Eupen) stoffer, haarborstel met lange steel III-2-1
rammelaar rammelaar: rämmelder (Eupen) konijn, mannetje III-2-1
ranzig garstig: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  gā:rstəx (Eupen) garstig [ZND 23 (1937)] III-2-3
rasp rijf: rif (Eupen) Reibeisen III-2-1
raspen raspelen: rāspǝlǝ (Eupen) Met de rasp werken. [N 33, 85 add.; monogr.] II-11