e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schortenbont cotonnade: kotǝnāt (Eupen) Bonte stof voor schorten, meestal van katoenen stof. [N 62, 86; N 62, 98; N 59, 201; MW; monogr.] II-7
schot schot: šot (Eupen) Eén inslag. Elk van de inslagdraden die door middel van de weefspoel door de sprong heen is geschoten. [N 39, 111c] II-7
schotel pateel: petīl (Eupen), putīl (Eupen, ... ), pətīl (Eupen), pətīəl (Eupen, ... ), plateel: platīl (Eupen, ... ), platälle (Eupen, ... ), platɛlə (Eupen), schotel: schoͅttel (Eupen), šotəl (Eupen, ... ), šoͅtəl (Eupen), telder: tɛldər (Eupen, ... ) aarden of houten schotel || aarden of houten schotel; op 142: plat houten bord || een ronde schotel [ZND 06 (1924)] || platte houten schotel || schotel [ZND m] III-2-1
schotelrek, bordenrek schotelenbred: šoͅtələbrɛt (Eupen) keukenplank, schotelrek III-2-1
schoteltje tas: tass (Eupen) schaaltje III-2-1
schoten tellen de schot meten: dǝr šot meǝtǝ (Eupen) Het aantal schoten of inslagen tellen. [N 39, 118] II-7
schoven binden binden: bęi̯.ndǝ (Eupen) Het werk van de binder die achter de zichter aankomt en die om de hoeveelheid halmen die de zichter afgetrokken heeft twee (soms ook één) banden doet en zo de garven, gebonden schoven, maakt. Wanneer het graan met de zeis gemaaid wordt en de aflegger achter de maaier aankomt, worden het "afleggen", het "vormen" en het "binden" vaak in één doorgaande handeling uitgevoerd. Jassen en kassen worden (elders) ook gebruikt voor het opzetten en samenbinden van de korenhokken, zie het lemma ''schoven opzetten in een hok'' (4.6.13). De volgorde van de varianten van het type binden is: a. consonantcluster: -nd-/-ndj-/-]d, -n-, -nj-, -]-; b. vocalisme: -e-, -ę-, -ęi̯-, -ē-, -i-.' [N 15, 15d, 15e2 en 20; JG 1a, 1b; A 23, 16.2; L 1 a-m; L 1u, 15; L 48, 34.2; Lu 1, 16.2, Lu 2, 34.2; monogr.] I-4
schrobben schrobben: šrubə (Eupen) schrobben III-2-1
schrobbezem schrobber: šrybər (Eupen) Schrubbesen, schrobbezem III-2-1
schrobmachine wolf: wǫwf (Eupen) Machine die de wol uit elkaar trekt. [monogr.] II-7