e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dôêt (Eupen) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodkist zerk: znd 33, 38;  zérrək (Eupen) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist zerk: znd 33, 38;  zérrək (Eupen) Doodkist. [ZND 33 (1940)] III-3-3
doof doof: douf (Eupen) taub, doof [ZND m] III-1-1
dooien donen: do⁄n.ə (Eupen, ... ) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
dooier (het) dool: dol (Eupen), doǝl (Eupen), døǝl (Eupen), eierdool: ēi̯ǝrdoǝl (Eupen), ē̜i̯ǝrdoǝl (Eupen) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: doup (Eupen) Doop. [ZND 01 (1922)] III-3-3
doopjurkje doopkleedje: do.upkletjə (Eupen) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopsteen: doupsjte.in (Eupen) doopvont [RND] III-3-3
door elkaar, verward dooreen: dörcheïne (Eupen) door elkaar, verward III-4-4