24945 |
marmer |
marmer:
ps. omgespeld volgens Frings.
marmərə bilt (Q284p Eupen)
|
marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
ps. omgespeld volgens Frings.
marmərə bilt (Q284p Eupen)
|
Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
17849 |
meegaan |
gaan met:
da gønt fər med əx (y(3)̄x) (Q284p Eupen),
dan gønt ver met y(3)̄x (Q284p Eupen),
met dīx gōnə (Q284p Eupen),
met tex xōənə (Q284p Eupen)
|
Dan gaan we met u mee. [ZND 04 (1924)] || Waar gaat ge heen, willen we met u meegaan ? [ZND 04 (1924)]
III-1-2
|
21038 |
meel |
meel:
mēl (Q284p Eupen),
męǝ.l (Q284p Eupen)
|
Het gemalen, maar nog niet bewerkte graan. Het woordtype boulté, het voltooid deelwoord van het Waalse ɛboulterɛ, ɛbouleterɛ, ø̄builenø̄, duidt er mogelijkerwijs op dat het graan in de genoemde plaatsen al een bepaalde bewerking heeft ondergaan. Zie ook het lemma ɛgemalen, niet gezuiverd graanɛ in wld II.1, pag. 85.' [Wi 53; JG 1a; JG 1b; l monogr.; N O, 37b; Sche 49; Sche 55; Vds 144; Vds 145; Vds 159; Jan 151; Jan 167; Jan 242; Coe 152; Coe 217; Grof 153; Grof 176; monogr.; Vld; Jan 9; Jan 10; Jan 11; Jan 14; Coe 9; Coe 14; N O, 24a; A 42A, 40; N D, 23; A 42A, 36 add.; N O, 19b]
II-3
|
26642 |
meelzak |
meelbuidel:
mēlbyǝl (Q284p Eupen)
|
[monogr.]
II-3
|
21273 |
meester |
leraar:
liərər (Q284p Eupen),
magister (lat.):
magistər (Q284p Eupen),
meester:
meistər (Q284p Eupen)
|
(school)meester [RND] || meester [ZND m] || onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
24210 |
meeuw algemeen |
meeuw:
möev (Q284p Eupen)
|
meeuw [Willems (1885)]
III-4-1
|
33337 |
meid, dienstmeid |
dienstmeidje:
densmɛtjǝ (Q284p Eupen),
maagd:
māt (Q284p Eupen)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24331 |
meikever |
meikever:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
me.ikeə.vər (Q284p Eupen)
|
meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
20309 |
meisje |
meidje:
méédəkə (Q284p Eupen)
|
meisje [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|