19711 |
omheining |
tuin:
tynə (Q284p Eupen),
tȳnǝ (Q284p Eupen),
tūnǝ (Q284p Eupen)
|
De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] || Zaun, omheining
I-8, III-2-1
|
25087 |
onbelangrijk |
kiet:
kīt (Q284p Eupen),
kietje:
ki.tškə (Q284p Eupen),
kitjə (Q284p Eupen)
|
weinig [ZND m]
III-4-4
|
25149 |
onbewolkt |
klaar:
kloor (Q284p Eupen),
klo‧ər (Q284p Eupen),
klar, helle Note: onder de o staat nog een punt; deze combinatieletter is niet te maken.
klor (Q284p Eupen),
klaarte:
helligkeit, klarheit Note: onder de ö staat nog een punt; deze combinatieletter is niet te maken. ps. vragen: begrip + ndl. vertaling.
klörde (Q284p Eupen)
|
helder, licht || helderheid || klaar, helder [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|
29214 |
onderband |
geleissnoer:
glęjsšnōr (Q284p Eupen)
|
Een der touwen die het dradenkruis aan het begin en het einde van de ketting moeten vasthouden. Onder het dradenkruis verstaat men de kruislings liggende kettingdraden in de twisten en gangen, aan het einde van de ketting waar de vitsroede insteekt. Voor dit ø̄dradenkruisø̄ was geen Limburgs woord opgegeven, waardoor dit begrip niet als apart lemma is opgenomen. [N 39, 62b]
II-7
|
18257 |
onderhemd |
slip:
šlip (Q284p Eupen)
|
hemd (enkelvoud - meervoud) [ZND m]
III-1-3
|
19395 |
onderkussen, peluw |
pulm:
pøͅlmə (Q284p Eupen),
p‧øləm (Q284p Eupen)
|
het langwerpig kussen dat op de matras en onder het eigenlijke hoofdkussen ligt (Fr. traversin) [ZND 27 (1938)] || peluw
III-2-1
|
29250 |
ondersprong |
onderket:
ǫwndǝrkęt (Q284p Eupen)
|
Zie de toelichting in het lemma ɛbovensprongɛ.' [N 39, 85c]
II-7
|
29305 |
onderwerk |
overschot:
oǝvǝršot (Q284p Eupen)
|
Weefsel of binding waarbij het grootste deel van de ketting onder de inslag ligt. [N 39, 130b]
II-7
|
21282 |
onderwijzer |
leraar:
lîerər (Q284p Eupen)
|
onderwijzer; Hoe wordt hij tegenwoordig genoemd? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
18947 |
ondeugend, stout |
ondeugen:
oͅndø͂ͅgə (Q284p Eupen),
ondeugetig:
oͅndø͂ͅgətex (Q284p Eupen)
|
onaardig, boos
III-1-4
|