e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lampenpit lemmet: bij olielamp (soort watten)  lēmət (Eupen), mèche (fr.): meͅš (Eupen), miš (Eupen), mi̞.š (Eupen, ... ), mɛš (Eupen), wiek: wēk (Eupen), wēkə (Eupen), wī̞i̯.k (Eupen, ... ), wiekengaren: wēkəgārə (Eupen) De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampenkatoen || lampenpit [Roukens 14 (1937)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || wiek III-2-1
lampenwiek lemmet: lɛmət (Eupen) Docht, lampenwiek III-2-1
lampetkan lampet: lampeͅt (Eupen) kan uit porselein voor waswater III-2-1
land land: laint (Eupen), leind (Eupen) land [ZND 29 (1938)] III-3-1
lange broek lange bots: en lang bots (Eupen), ən laŋ bots (Eupen) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
langzaam, traag langzamerhand: lansəmərhaint (Eupen) langzaam [ZND m] III-4-4
lantaarn lantaarn: lantɛr (Eupen), lucht: lø͂ͅt (Eupen, ... ) lantaarn III-2-1
lastig (werken) kreutelijk: ook materiaal znd 30, 02; cf. Schuermans s.v. "kreutelijk", = korzelig, lastig, moeilijk te voldoen, te bevredigen; cf. Euepen Wb. p. 97 s.v. "kröttlech  krø̄tləx (Eupen), lastig: ook materiaal znd 30, 02  leͅstəx (Eupen) lastig [ZND 01 (1922)] III-1-4
laten laten: lo.ə.tə (Eupen), lóte (Eupen) laten [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
lauw lauw: lo‧ə. (Eupen) lauw [ZND m] III-4-4