e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leunstoel pruttel: prøͅtəl (Eupen, ... ), prøͅtər (Eupen, ... ), sessel (d.): sɛsəl (Eupen) Lehnstuhl, Grossvaterstuhl || leunstoel || leunstoel, grootvaderstoel III-2-1
leurder huissierder (<fr.): hŏĕserər (Eupen), hŭseerer (Eupen) een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)] III-3-1
leuren huizeren: [häusern]  hŏĕserə (Eupen) leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)] III-3-1
leverworst leverworst: le‧əvərwo͂.əš (Eupen) leverworst [ZND 21 (1936)] III-2-3
lezen lezen: le‧əzə (Eupen) lezen [ZND m] III-3-1
lichtgeraakt, kregel kribbeltig: ook materiaal znd 28, 49  kribbelteg (Eupen), verkeerd: ook materiaal znd 28, 49  verkiert (Eupen) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: let (Eupen) lid [ZND m] III-3-1
lied, liedje lied: li-it (Eupen), liedje: leïtche (Eupen), litjə (Eupen), li̯.t.jə (Eupen) Lied. [Willems (1885)], [ZND m] || liedje [RND] || Liedje. [ZND m] III-3-2
liederen (mv.) liederen: leïder (Eupen) Lied. [Willems (1885)] III-3-2
lief (bv.) lief: līīf (Eupen) lief [ZND 01 (1922)] III-1-4