e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q119p plaats=Eygelshoven

Overzicht

Gevonden: 1595
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreupel kreupel: kreupel (Eygelshoven) Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2
krielkip kriel: kril (Eygelshoven), krielhoentje: krilhø̜ntjǝ (Eygelshoven) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgertje spelen nalopen: `t noalope (Eygelshoven) Tikkertje spelen. III-3-2
kroeshaar kroeshaar: kraushôôr (Eygelshoven) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krompasser krompasser: krompasǝr (Eygelshoven) Passer met gebogen benen en stompe punten die dient om bolvormige en onregelmatige vormen op te meten. De wagenmaker bijvoorbeeld gebruikt de krompasser bij het draaien van wielnaven. Hij meet er de doorsnede van de naven mee op. Zie ook afb. 109. In Bilzen (Q 83) werden met de verdiktepasser de spijlen van trapleuningen nagemeten. Die werden balusters (baløstǝrs) genoemd. Zie ook het lemma ɛbalusterɛ in Wld II.9, pag. 152.' [N 53, 193b-c; N G, 16a] II-12
kruidwis kruidwis: kroetwösj (Eygelshoven), kroédwusj (Eygelshoven) Gezegend boeket van alle in het wild voorkomende bloemenij. || kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2
kruin kruin: de kruung (Eygelshoven) kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1
kruis kruis: kryts (Eygelshoven) Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] I-11
kruisbeeld crucifix (<lat.): kroetsjefieks (Eygelshoven), kruis: kruuts (Eygelshoven) Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbeen kruisbeen: krȳtsbē (Eygelshoven) Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a] I-11