e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eygelshoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sport van een stoel sproot: šproat (Eygelshoven) ronde of vierkante latten, die soms de poten van een stoel aan de onderzijde verbinden [DC 19 (1951)] III-2-1
spreeuw spraan: mv.  sproaë (Eygelshoven), spreeuw: sjproawe (Eygelshoven) spreeuw || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
sprinkhaan sprinkhaan: sjprenkhaan (Eygelshoven), sjprinkhaan (Eygelshoven) sprinkhaan [DC 07 (1939)] III-4-2
sproeten sproetelen: sjproetele (Eygelshoven) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
staander steunder: štø̄jǝndǝr (Eygelshoven) De zware verticale paal van de T-vormige karsteun. Zie ook afb. 196. [N G, 62b] II-12
staart staart: štats (Eygelshoven) Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-9
staartkwast kwast: kwas (Eygelshoven) Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114] I-11
stad stad: štat (Eygelshoven) stad [RND] III-3-1
stal stal: šta.l (Eygelshoven) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stallamp lucht: stallantaarn  lug (Eygelshoven) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1