31704 |
kliefhamer |
splijthamer:
špl ̇īthāmǝr (Q119p Eygelshoven)
|
De zware, houten hamer met lange steel die samen met de kliefbijl wordt gebruikt om hout te klieven. De kop van de hamer is volgens de respondent uit Eygelshoven (Q 119) versterkt met ijzeren banden (īzǝrǝ bɛŋ). De kliefhamer wordt onder meer gebruikt door de timmerman, de wagenmaker, de klompenmaker en de kuiper. Zie ook afb. 4.' [N E, 8a; N G, 40c; N 53, 128; N 75, 133c; A 29a, 1; monogr.]
II-12
|
20720 |
kliekje |
opgewarmd eten:
ôpjewermt eate (Q119p Eygelshoven)
|
Kliekje, opgewarmde maaltijd (braoj, opstoovertje, prutske?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34493 |
kloeken |
kloeken:
klukǝ (Q119p Eygelshoven)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.]
I-12
|
18230 |
klomp |
klomp:
klomp (Q119p Eygelshoven),
klómp (Q119p Eygelshoven),
klómpe (Q119p Eygelshoven)
|
Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.]
II-12, III-1-3
|
18245 |
klompschoen |
galoche (fr.):
kalosje (Q119p Eygelshoven)
|
Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)]
III-1-3
|
18120 |
kloven |
schronden:
sjrónge (Q119p Eygelshoven)
|
kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
33338 |
knecht, algemeen |
knecht:
knɛ.x (Q119p Eygelshoven)
|
[L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6]
I-6
|
17677 |
knie |
knie:
knij (Q119p Eygelshoven),
knɛ.ij (Q119p Eygelshoven)
|
knie [DC 01 (1931)], [RND]
III-1-1
|
22363 |
knikker |
frankel:
frenkel, d`r (Q119p Eygelshoven),
Das für Kerkrade belegte frankef ist wohl als Kontamination von benachbartem huuf und frank zu erklären, während frankel eine im Rheinland und Limburg (Simpelveld, Schaesberg, Waubach, Rimburg, Eigelshoven, Vaals) vielfach vorkommende Diminutivform ist. Oder ist es unter Einfluss des marbel-Typus entstanden?
frankel (Q119p Eygelshoven)
|
Knikker van leem. || Murmel.
III-3-2
|
22361 |
knikkeren |
frankelen:
frenkele (Q119p Eygelshoven)
|
Knikkeren.
III-3-2
|