e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hark, algemeen ijzeren kam: īzǝrǝ kamp (Eys), reek: rē(i̯)ǝk (Eys), rē̜ǝk (Eys), ręi̯ǝk (Eys) Gereedschap dat dient om uitgetrokken onkruid bijeen te trekken, afgevallen bladeren te verzamelen, de tuinpaden, het erf en het grind aan te harken, de grond fijn te maken, enz. Het bestaat uit een ijzeren kam van doorgaans ongeveer 30 cm breedte met korte licht gebogen tanden, bevestigd aan een lange steel. Bedoeld is hier het algemene stuk gereedschap dat met name in de moestuin en op het erf wordt gebruikt voor de vele boven opgesomde doeleinden. Specifieke harken met eigen benamingen komen in het lemma Bijzondere Harken aan bod. [N 18, 94; JG 1a, 1b, 2c; A 2, 44; A 28, 1a; A 34, 2a; L 1, a-m; L B2, 239; Lu 6, 1a; S 12; Gwn 8, 4; monogr.; add uit N 14, 97b; N 15, 4; N 18, 93 en 95; N J, 5] I-5
harken, werken met de hark kemmen: kɛmǝ (Eys), reken: rei̯ǝkǝ (Eys), rē̜i̯ǝkǝ (Eys), rē̜ǝkǝ (Eys) Zie de toelichting bij het lemma Hark, Algemeen. Object van kleinmaken is: kluiten, harde grond; object van zuivermaken is: het bed, de tuin. [JG 1a, 1b; A 28, 1b; L 1, a-m; Lu 6, 1b; S 12; monogr.; add. uit N 15, 3] I-5
hars hars: ha.rts m. (Eys), hars (Eys) Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)] III-4-3
hart hart: hats (Eys), herz (du.): hāts (Eys) hart [SGV (1914)] || Holle spier in de borst die door pulserende bewegingen de bloedsomloop gaande houdt. [N 28, 88a] I-11, III-1-1
hartelijk gemeend: gəme.ŋkt (Eys), vriendelijk: vruntelich (Eys) welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)] III-3-1
hartenjagen (kaartspel) hartsenjagen: hatsejage (Eys), hatsə jāgə (Eys) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
hartig hartelig: ha.tsəlex (Eys), hatselig (Eys), hartig: ha.tsex (Eys) een zoutachtige, pittige smaak hebbend (hartig, hartelijk) [N 91 (1982)] III-2-3
hartinfarct hartslag: ha.tsšlā.ch (Eys), hatsslag (Eys) Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)] III-1-2
haten haten: haate (Eys), hasse (Eys), niet kunnen hebben: ne.t k‧eͅnə hā.n (Eys), niet kunnen uitstaan: ne.t k‧eͅnə ū.tštoͅ.a (Eys) een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)] || haten [SGV (1914)] III-3-1
haver haver: hāvǝr (Eys) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4