e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
horens verwijderen horens afhouwen: hø̄ǝrǝ āfhōwǝ (Eys), horens afzagen: hø̄ǝrǝ āfzē̜ǝgǝ (Eys) Als de kop tot aan de horens afgehuid is, worden ze met een (hak)mes of een zaag bij de inplant verwijderd. In vele gevallen worden de horens met een bijl erafgeslagen. De woordtypen "blijven" en "ze aan het vel laten" duiden erop dat de horens a.h.w. aan de huid blijven vastzitten. [N 28, 42; monogr.] II-1
horizon eind van de wereld: eng van de weld (Eys), horizon: horízon (Eys), v.  hōrizoͅn (Eys) horizon, de lijn waar hemel en aarde elkaar lijken te raken [einder] [N 81 (1980)] III-4-4
horizontaal zolig: z˙ø̜alex (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) Horizontaal, gezegd van bijvoorbeeld een verdieping. [N 95, 707; N 95, 708; monogr.; N 95, 196 add.] II-5
horizontale draaibare sluitbalk van een poort wervel: v˙erǝgǝl (Eys) Een draaibare sluitbalk ter halve hoogte van een poort, in het midden vast bevestigd aan een van de poortvleugels. In horizontale stand gedraaid vallen de uiteinden in een bevestiging en is de poort afgesloten; in vertikale stand is de poort geopend. De sluitbalk wordt dan om hinder te voorkomen vaak boven en onder vastgezet. Zie afbeelding 20. [add. uit N 5A, 54a; N 4A, 48; A 49, 4] I-6
horloge polshorloge: polshorloge (Eys), uur: ōēr (Eys), (v.).  ‧uər (Eys) horloge [SGV (1914)] || uurwerk dat men bij zich draagt, bijv. om de pols [glozie, lozie, allozie] [N 86 (1981)] III-1-3
horrelvoet paardsvoet: peͅatsv"t (Eys) Misvormde voet (homperd, horjevoet, horrelvoet, homperpoot, strompelvoet, paardvoet). [N 84 (1981)] III-1-2
hotsen hobbelen: h‧ubələ (Eys), hotsen: hotse (Eys), hu.tsə (Eys), schokkelen: schokkele (Eys), š‧oͅqələ (Eys), stuikelen: št‧uqələ (Eys), stuiken: sjtoeke (Eys), štu.kə (Eys) hotsen [SGV (1914)] || Hotsen: schokkend, stotend vooruitgaan (schokkelen, hotsen, hotselen, bodderen). [N 84 (1981)] || zachtjes schokken in of op een voertuig op een hobbelige weg (botteren, bottelen) [N 90 (1982)] III-1-2, III-3-1
houden houden: hŏte (Eys) houden [SGV (1914)] III-1-2
houden van gaarne hebben: g‧eͅar hā.n (Eys), houden van: hoͅ.tə vā.n (Eys), veul hoate van (Eys) liefde voelen voor iemand [fiel zijn met, veel houden van, veel afhouden] [N 85 (1981)] III-3-1
houtduif wilde duif: wil doef (Eys) Wilde duif [N 94 (1983)] III-4-1