e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kardinaal kardinaal (<fr.): enne kardinaal (Eys) Een kardinaal. [N 96D (1989)] III-3-3
kardinaalsmuts papelmuts: papelmuts (Eys) Kardinaalsmuts (euonymus europaeus). Tot 5 à 6 m hoge struik; de takken zijn merendeels wat kantig; de bladeren zijn tegenoverstaand, eivormig, en fijngezaagd; de bloemen zijn 4-tallig, kort gesteeld en groenachtig geel van kleur. De vruchten hebben stomp [N 92 (1982)] III-4-3
karnen draaien: drīi̯ǝnǝ (Eys), drīi̯ǝnǝn (Eys) Het op en neer bewegen van de vetdeeltjes in de melk of room, zodat deze zich aan elkaar hechten en op die manier boter vormen. Boter maken. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [S 17; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; L 27, 68; A 7, 23; A 28, 7; Ge 22, 8; Vld.; monogr.; add. uit N 12; A 16; S] I-11
karnstaf botterstoter: [botter]štuǝtǝr (Eys), [botter]štūǝtǝr (Eys), steel: štēl (Eys), stoter: štyǝtǝr (Eys) Boterstoter bestaande uit een stok met een aan de onderzijde bevestigde plank die van gaatjes is voorzien. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 7, 19, 20, 21 en 23; A 16, 8, 8a, 8b en 8c; L 22, 8; L 27, 67 en 68; JG 1a, 1b, 1c; Ge 22, 18, 19 en 20; monogr.; add. uit: N 5A (I] I-11
karper karper: WLD  ka.rəpər (m.) (Eys) Hoe noemt u de karper: een zoetwatervis die voorkomt in stilstaande en traag stromende wateren. Hij heeft een lange rugvin, de buikvinnen staan ingeplant achter de borstvinnen, ongeveer gelijk met het begin en het einde van de rugvin. De bek heeft dikke e [N 83 (1981)] III-4-2
karrenspoor holle weg: hǭǝlǝ wɛx (Eys), kargelei: kārgǝlęi̯ (Eys), karrengelei: kārǝgǝlęi̯ (Eys), karrenweg: kārǝwɛx (Eys), voor: (mv)  vuǝrǝ (Eys) Een niet-verharde weg met geulen die zijn ontstaan door het uitschuren van karwielen. [A 21, 2a; A 21, 2b; N 18, 40; monogr.] I-8
karweien botten: bo.tə (Eys), vrijwilliger: vrijwilliger (Eys) onbetaalde arbeid verrichten aan de openbare wegen (karweien, botten) [N 90 (1982)] III-3-1
kassier betaalmeester: bǝtā.lmē.stǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), geldkerel: gęltkę.al (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Winterslag, Waterschei]) Ambtenaar die het loon uitbetaalde. Volgens de informant van Q 15 waren drie à vier beambten van de loonadministratie bezig de mijnwerkers in groepen uit te betalen. [N 95, 981] II-5
kast kast: kas (Eys, ... ) kast [DC 39 (1965)], [SGV (1914)] III-2-1
kast voor liturgische gewaden linnenkast: linnekast (Eys), paramentenkast: paramentekast (Eys) De kast(en) waarin deze gewaden liggend worden opgeborgen. [N 96A (1989)] III-3-3