e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schrikken schaudern (du.): (= rillen).  š‧udərə (Eys), schrikken: schrikke (Eys), sjrekkə (Eys), (= schrikken).  šre.kə (Eys), zich vervaren: ze.x˃ vərv‧iərə (Eys) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] || schrikken (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
schrobben schrobben: sjroĕbə (Eys) schrobben [DC 15 (1947)] III-2-1
schroefdraad schroefdraad: šr ̇uf˱dr ̇ǫat (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) [N 95, 749] II-5
schroeien snerken: šnerəkə (Eys) schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schroevedraaier schroeve(n)draaier: šr ̇uvǝdr ̇iǝnǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]), schroeve(n)zieher: šr ̇uvǝts ̇ijǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]) [N 95, 748] II-5
schrokken slokken: šlu.kə (Eys), vreten: vrete (Eys), vréate (Eys) gulzig; Hoe noemt U: Snel en onmatig in het verorberen van voedsel of drank; schrokachtig (gulzig, gruizig, vratig, slokachtig) [N 80 (1980)] || schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] III-2-3
schub schub: schubbe (Eys), WLD  š‧øp (v.) (Eys) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter beschaamd: beschaemd (Eys), bleu: bluje (Eys), bl‧yə (Eys), scheu (du.): šø͂ͅ.i̯ (Eys) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)] III-1-4
schudden van vruchten schokkelen: š‧oͅqələ (Eys) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schudgoot rutsche: ru.tš (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Toestel bestaande uit een aantal metalen, gootvormige platen, een motor en andere onderdelen. Dankzij de schuddende beweging van het apparaat kunnen in een licht dalende mijngang kolen en stenen verplaatst worden. [N 95, 612; N 95, 614; monogr.; Vwo 77; Vwo 83; Vwo 693] II-5