e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
toneelspel spel: spael (Eys), toneel: tōnēl (Eys), voorstelling: veurstelling (Eys), vy(3)̄ərsteͅleŋ (Eys) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen laten kijken: ki.kə loͅatə (Eys), kieke loate (Eys) tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong tong: toŋ (Eys), tòŋ (Eys) De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] || tong [DC 01 (1931)] II-9, III-1-1
tong van een schoen tong: tong (Eys), (v.).  t‧oͅŋ (Eys) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
tongewelf gewelf: gǝwølǝf (Eys) Gewelf waarvan de dwarsdoorsnede een halve cirkel of een ellips is. [N 32, 22b] II-9
toonbank teek: v.  t‧iək (Eys), Van Dale: III. teek, (gew.) tapkast.  tiejek (Eys), toonbank: toenbank (Eys) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: kirkhaan (Eys) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits torenspits: toerespits (Eys) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk kerkklok: kirkklok (Eys) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
tornen losdoen: losdūwǝ (Eys), losmaken: losmākǝ (Eys) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7