e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vissen vissen: visje (Eys) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2
vissnoer lijn: lieng (Eys), snoer: sjnōr (Eys) Een touw met een of meer haken om vis te vangen [snoer, lijn]. [N 88 (1982)] III-3-2
visvangst vangst: vangst (Eys), vøsj (Eys) Alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel]. [N 88 (1982)] III-3-2
vlaams vlaams: vlaams (Eys) Vlaams; bijvoeglijk naamwoord - [DC 47 (1972)] III-3-1
vlaams verband vlaams verband: vlamš ˲vǝrbānt (Eys) Verband, doorgaans toegepast bij muren dikker dan een halve steen, waarbij in iedere laag zowel koppen als strekken zijn verwerkt. Het verband is als volgt opgebouwd: eerste laag: drieklezoor, kop, strek, kop, strek, kop; tweede laag: kop, strek, kop, strek, kop, strek; derde laag: drieklezoor, kop, strek, kop, strek, kop, strek, enz. (Westra, pag. 20). De volgorde van de verschillende lagen kan variëren. [N 31, 24e; monogr.] II-9
vlaamse gaai markolf: merkəf (Eys) Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] III-4-1
vlag pen: pen (Eys), vaan: vaan (Eys, ... ) Hoe heten de onderdelen van de slagpen? (de cijfers tussen haakjes verwijzen naar tekening 3): vlag (2) [N 93 (1983)] || vlag [SGV (1914)] || vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)] III-3-1, III-3-2
vlak stuk in een pijler sprong: špro.ŋk (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) [N 95, 287; monogr.] II-5
vlak, gelijk vlak: vlaak (Eys) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlakke pijler zolige streb: z ̇ø̜ǝlegǝ štrēp (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Pijler met een hellingspercentage tussen 0 en 20 graden. [N 95, 284; monogr.; N 95, 287] II-5