17959 |
hurken |
(zich) hukken:
h"ke (Q202p Eys),
op de hukken gaan zitten:
op en h"ke goa zitte (Q202p Eys)
|
hukken [SGV (1914)] || hurken [SGV (1914)]
III-1-2
|
22405 |
hutselen |
schuddelen:
sjoͅGələ (Q202p Eys),
schudden:
schudde (Q202p Eys)
|
Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19886 |
huurhuis |
gepacht huis:
gepacht hōēs (Q202p Eys)
|
huurhuis [SGV (1914)]
III-2-1
|
21333 |
huurpenning |
meepenning:
mijpĕnning (Q202p Eys)
|
huurpenning [SGV (1914)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
hoogtijd:
v.
h‧uəxsi.t (Q202p Eys),
h‧uəxtsi.t (Q202p Eys),
trouw, de -:
trow (Q202p Eys)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] || huwelijk [SGV (1914)]
III-2-2
|
24049 |
huwelijksafkondigingen |
roepen:
de roop in de kerk (Q202p Eys)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24048 |
huwelijksexamen |
catechismus voor te trouwen:
catechismus vuur te trouwe (Q202p Eys)
|
Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23516 |
huwelijksmis |
bruidsmis:
broedsmaes (Q202p Eys)
|
De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20022 |
hyacint |
hyacint:
hieasìnt (Q202p Eys)
|
Hyacint (hyacinthus oriëntalis). Bloemdek met naar buiten omgebogen slippen; bol platrond met witte of violette buitenmantel. De bladeren zijn vlezig, tot 2 cm breed. De bloemstelen zijn tijdens de bloei ineengebogen, met een klein schutblaadje, de meeldr [N 92 (1982)]
III-2-1
|
21667 |
hypotheek |
hypotheek:
hypothiek (Q202p Eys),
v.
he.pət‧iək (Q202p Eys)
|
de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)]
III-3-1
|