28236 |
bandgalerij |
bandgalerij:
ba.nt˲galǝrɛj (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma])
|
Galerij waarin het transport met behulp van een transportband plaatsvindt. Een bandgalerij kan zowel een aanvoer- als een afvoergalerij zijn (Lochtman pag. 58). [N 95, 376; monogr.]
II-5
|
21297 |
bandiet |
bandiet:
bandiet (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
schobbejak:
(m.).
š‧ubəja.k (Q202p Eys)
|
bandiet [SGV (1914)] || een gewelddadige schurk [bandiet, schobbert, schobbejak, deugniet, boelmaker] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18322 |
bandschort met borststuk |
grote scholk:
groeətə sjollək (Q202p Eys),
helpenscholk:
helləpə sjollək (Q202p Eys)
|
zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)]
III-1-3
|
19114 |
bang |
schouw:
schui (Q202p Eys)
|
een min of meer beredeneerde vrees van iets hebbend [bang, schouw] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18848 |
bangerik |
bleue, een -:
bluu (Q202p Eys),
floepschijter:
m.
flu.pšī.tər (Q202p Eys)
|
iemand die altijd bang is [bloodaard, coion, bangerik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21886 |
bank van lening |
bank:
v.
ba.nk (Q202p Eys),
leenbank:
lienbank (Q202p Eys)
|
de instelling van gemeente of particulieren waar men geld krijgt op onderpand van onroerende goederen [bank van lening, lommerd, pandjeshuis] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
27251 |
bankwerker |
schlosser:
šlø̜.sǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
[monogr.; N 95, 147]
II-5
|
24299 |
barbeel |
barbeel:
WLD
b‧arb‧ēl (m.) (Q202p Eys)
|
Hoe noemt u de barbeel: een zoetwatervis. De buikvinnen staan ver achter de borstvinnen, ter hoogte van de rugvin. Het lichaam is lang en slank en de staartvin is diep ingesneden. De bek heeft geen tanden, wel dikke lippen, waarvan de bovenste lange baard [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20181 |
barensweeën |
ween:
wieen (Q202p Eys),
wiə (Q202p Eys)
|
Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
18173 |
barrevoets |
barrevoets:
berrevus (Q202p Eys)
|
barrevoets [SGV (1914)]
III-1-3
|