21132 |
korter maken |
afkorten:
aafkotte (Q202p Eys),
afsnijden:
‧āfšn‧ii̯ə (Q202p Eys)
|
een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34520 |
kortwieken |
stoepen:
stupǝ (Q202p Eys)
|
Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.]
I-12
|
21876 |
kostbaar |
kostbaar:
kostbaar (Q202p Eys),
kostspelig:
koͅ.sšp‧iəlex (Q202p Eys)
|
veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23274 |
koster |
koster:
köster (Q202p Eys)
|
De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23593 |
kosteres |
kosteres:
kösteres (Q202p Eys)
|
Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21339 |
kostganger |
kostganger:
ps. niet omgespeld.
kosgänger (Q202p Eys)
|
kostganger [SGV (1914)]
III-3-1
|
21550 |
kostschool |
kostschool:
kostschoeli (Q202p Eys),
(v.).
koͅ.sš‧uəl (Q202p Eys),
pensionaat (<fr.):
pensionaat (Q202p Eys),
(o.).
peͅ.nsi̯ən‧āt (Q202p Eys)
|
een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20650 |
kotelet, ribstuk |
kotelet:
kotəlet (Q202p Eys)
|
gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)]
III-2-3
|
25168 |
koud, mistig en somber weer |
dampig (weer):
dampex (Q202p Eys),
o.
dampex weͅar (Q202p Eys),
duister (weer):
duuster wêjer (Q202p Eys),
grijs (weer):
gries (Q202p Eys),
kil en zuur:
kil en zoer (Q202p Eys),
klam (weer):
klaam (Q202p Eys),
mottig (weer):
mottig (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
nevelig (weer):
nièvelig (Q202p Eys)
|
donker [~ weer] [SGV (1914)] || koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19276 |
koude drukte maken |
bohei maken:
bəhēͅ.i̯ mā.kə (Q202p Eys),
gek maken voor niks:
gek make vuur nuuks (Q202p Eys)
|
drukte maken voor niets [N 85 (1981)]
III-1-4
|