20146 |
kraamverzorgster |
kraamverpleegster:
kraamverpleegster (Q202p Eys)
|
kraamverpleegster; gediplomeerde verzorgster moeder/kind [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
32621 |
kraan van de metalen gierton |
zeikspreider:
[zeik]šprēi̯ǝr (Q202p Eys)
|
De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.]
I-1
|
24196 |
kraanvogel |
kroenekraan:
krōēwenekraan (Q202p Eys)
|
kraanvogel [SGV (1914)]
III-4-1
|
17918 |
krabben |
kratsen:
krātse (Q202p Eys),
schrabben:
šrabǝ (Q202p Eys)
|
krabben [SGV (1914)] || Met een krabber of andere hulpmiddelen de geweekte varkensharen verwijderen. Door het krabben wordt een zeer dun laagje van de opperhuid eveneens verwijderd. [N 28, 27; monogr.]
II-1, III-1-2
|
25404 |
krabber |
hoorn:
hø̄ǝr (Q202p Eys),
schrap:
šrab (Q202p Eys)
|
Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.]
II-1
|
23718 |
kralen van de rozenkrans |
kralen:
kraole (Q202p Eys)
|
De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21340 |
kramer |
kramer:
krīējemer (Q202p Eys)
|
kramer [SGV (1914)]
III-3-1
|
27868 |
krans, afslagmijnen |
kopschoten:
kǫ.pšy.ǝt (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma]),
krans:
kra.ns (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale]),
kransschoten:
kra.nsšy.ǝt (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
stootschoten:
št˙uǝsšy.ǝt (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
zoolschoten:
z˙ǫalšy.ǝt (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia])
|
De buitenste ring of ringen van schoten van een schietfront. In dit lemma is een onderverdeling gemaakt in: A. algemene benamingen voor de buitenste ring of ringen van schoten; B. kransschoten of afslagmijnen die aan de bovenzijde van het front zijn aangebracht; C. kransschoten of afslagmijnen die aan de zijkant van het front zijn aangebracht; D. kransschoten die in de buurt van het vloergesteente zijn aangebracht. Door het feit dat er in de vragenlijst N 95 geen onderscheid is gemaakt tussen vloerschoten en kopschoten van een krans en de gelijknamige schoten die worden geboord bij het schieten van de stok, zijn een aantal woordtypen en varianten uit de groepen B. en D. mogelijk ook van toepassing op de boorgaten van het schietfront van een galerij. [N 95, 434; N 95, 436; N 95, 437; N 95, 438; N 95, 431; monogr.; Vwo 51; Vwo 52; Vwo 189; Vwo 271; Vwo 279; Vwo 452; Vwo 455; Vwo 520; Vwo 521; Vwo 559; Vwo 649; Vwo 751; Vwo 756; Vwo 836]
II-5
|
24045 |
kransen |
kransen:
krensen (Q202p Eys)
|
Een krans van dennegroen maken voor een priesterfeest [krensen]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gazet (Q202p Eys),
ps. omgespeld volgens Frings.
gazit (Q202p Eys),
krant:
krant (Q202p Eys),
zeitung (du.):
sieding (Q202p Eys),
v.
ts‧īd‧oͅŋ (Q202p Eys)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)]
III-3-1
|