e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafel dis: dusj (Eys), døš (Eys) tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelgebed tafelgebed: taofelgebed (Eys) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelpoot poot van de dis: pūət ˃van dər døš (Eys) tafelpoot [DC 49 (1974)] III-2-1
tak (alg.) douw: dauw (Eys), tak: ta.k m. (Eys), tak (Eys), tek (Eys) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || dikke tak [DC 25 (1954)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
tak van een geslacht familie: familje (Eys), zij: v.  z‧ii̯ (Eys) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takel kettentog: kę.tǝtsux (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Werktuig waarmee zware voorwerpen kunnen worden opgehesen. De "palan" uit L 417 is een eenvoudige katrol terwijl de "mouflage" een takel met kabel en verschillende draaipunten is die onder meer wordt gebruikt om pantsers op te trekken. De "ruckzuck" (Q 121, Q 121c) en de "racagnac" (L 417) zijn een type takel waarbij het hijsen met behulp van een hefboom gebeurt. De "racagnac" wordt vooral toegepast om stutten op te trekken. De "zeeltog" en de "kettentog" zijn volgens een invuller uit Q 121 te vergelijken met takels die op schepen worden gebruikt. Het feit dat de invullers uit Q 121, L 417 en L 422 op de vraag naar de takel het woordtype "sylvester" hebben opgegeven, duidt erop dat de stijlentrekker ook voor takelwerkzaamheden wordt gebruikt (zie ook het lemma Stijlentrekker). [N 95A, 12; N 95, 760 add.; monogr.; N 95, 592] II-5
takken (coll.) kroon: kroen (Eys), tak (mv.): tĕĕk (Eys) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
takken krijgen schieten: š‧ētə (Eys), uitpruiten: ū.tšprū.tə (Eys) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
tand tand: tant (Eys), tānd (Eys) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): teng (Eys) tanden [SGV (1914)] III-1-1