e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraag kraag: krèègske (Geistingen) Kraagje (verkleinwoord). [DC 58 (1983)] III-1-3
kraakbeen knoers/knors: knoors (Geistingen) kraakbeen (zacht been; Fr. cartillage) [ZND 01u (1924)] III-1-1
krabben dabben: Alleen nog in de uitdrukking "hè dapt zich woa ter geine jeuk heet".  dabben (Geistingen), kratsen: kratsen (Geistingen) Zijn hoofd krabben tegen de jeuk (dabben, kretsen, kratsen). [N 109 (2001)] III-1-2
kralen van de rozenkrans kraaltjes: krelkes (Geistingen), kralen: kralle (Geistingen) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
krentenbaard uitslag: oetslaag (Geistingen) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
kreukel fronsel: frunsel (Geistingen) Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] III-1-3
kreukelen zich trekken: trékt zich (Geistingen) Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] III-1-3
kreunen van de pijn kreunen: kruentj (Geistingen) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
krioelen krioelen: krioelen (Geistingen) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)] III-1-2
kroep kroep: krop (Geistingen) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)] III-1-2