19839 |
raspen |
raspen:
ràspə (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
23798 |
ratel van witte donderdag |
ratel:
raatel (Q021p Geleen)
|
De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18868 |
razen en tieren |
baljoenen:
baljoene (Q021p Geleen),
razen:
raoze (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
gloeiend:
gleuend (Q021p Geleen),
razend:
raozend (Q021p Geleen)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22000 |
recht uit de richting van de losplaats aankomen |
uit de richting:
oet de richting (Q021p Geleen),
zuiver uit de richting:
zuuver oet de rigting (Q021p Geleen)
|
Hoe zegt men: het aankomen van de duif: recht uit de richting van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stoten:
stoate (Q021p Geleen)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22883 |
rechtsvoor |
rechtsvoor:
rechsveur (Q021p Geleen)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
18961 |
rechtvaardig |
rechtvaardig:
rechvaerdig (Q021p Geleen),
richtig (du.):
richtig (Q021p Geleen)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28312 |
regelaar vervoer |
telefonist:
tęlǝfones (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830]
II-5
|