e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
franje franjel: fraanjel (Geleen), frānjǝl (Geleen) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fris weer koudachtig: kawtèchtig (Geleen), kouwelijk: kaeielik (Geleen) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
frisdrankenhuisje melkboede: mɛlkbut (Geleen  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) Gebouwtje waar melk, limonade, haringen, sigaretten, sprits en pruimtabak te koop zijn. [N 95, 6 add.; N 95A, 15] II-5
fronsen fronsen: frònsje (Geleen), rimpelen: rumpele (Geleen, ... ), trekken: (trèkke) (Geleen) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
front front: frǫnt (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Het uiteinde of de zijde van de mijngang die in het gesteente of in de steenkoollaag vooruitgedreven wordt. Werkfront in het algemeen. [N 95, 10; N 95, 398; monogr.; Vwo 329] II-5
fruit, afgevallen rebut (fr.): d.i. slecht fruit  rebuuj (Geleen) afgevallen fruit I-7
fruiten fruiten: fruitə (Geleen) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fuchsia bellenboom: belle boom (Geleen) fuchsia [DC 57 (1982)] III-2-1
fuik fuik: foek (Geleen) fuik [SGV (1914)] III-3-2
gaan gaan: gaon (Geleen), goon (Geleen) gaan [SGV (1914)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2