e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gele lichaamsluis luis: luus (Geleen, ... ) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: gele lichaamsluis [N 93 (1983)] III-3-2
gele lupine lupinebloem: lupinebloem (Geleen) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
geleidingsbomen stootbomen: štōsbø̜jm (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]) Houten geleidingsbomen of stalen geleidingsbalken die aan de schachtbalken zijn bevestigd en ervoor zorgen dat de liftkooien en skips tijdens hun op- en neergaande beweging op hun plaats blijven. Volgens de invuller uit L 417 zijn de "guiden" die men in de mijn in Waterschei gebruikt van hout en is de "guidenage" in de mijn van Zwartberg van ijzer. [N 95, 96; monogr.] II-5
gelezen mis stille mis: sjtil mès (Geleen) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) lijken: lieke (Geleen), līēke (Geleen) in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)] III-4-4
gelijktijdige lossing een lossing (zn.): ein lossing (Geleen) het gelijktijdig lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
gelofte belofte: belofte (Geleen) Een gelofte [t jelübde]. [N 96D (1989)] III-3-3
geloof geloof: gelouf (Geleen, ... ) geloof [SGV (1914)] || Het geloof [gloof, geloeëf, geleuf]. [N 96D (1989)] III-3-3
geloofd zij jezus christus christelijke groet: de christelikke groet (Geleen) De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelooven geloven: geluiven (Geleen) gelooven [SGV (1914)] III-3-3