27552 |
kniebeschermer |
knielap:
knēlap (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Zolder])
|
Bescherming voor de knieēn, vooral noodzakelijk in lage pijlers. De "knielap" was volgens een invuller uit Q 121 van vilt, de "knieschoner" van leer. [N 95, 885; monogr.]
II-5
|
17678 |
knieholte |
hees:
hēĕse (Q021p Geleen)
|
knieholte [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
23369 |
knielbankje |
knielbankje:
kneelbenkske (Q021p Geleen)
|
Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23536 |
knielen |
knielen:
kneele (Q021p Geleen)
|
Knielen, een kniebuiging maken [kniele, kneele, kneije?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23372 |
knielkussen |
kussentje:
kösseke (Q021p Geleen)
|
Het knielkussen op de kerkbank. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18874 |
kniezen |
kniezen:
knîêtsje (Q021p Geleen)
|
een knagend verdriet hebben en zichzelf daarvoor als ongelukkig beklagen [treuren, kniezen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17920 |
knijpen |
knijpen:
kniepe (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
kniepen (Q021p Geleen),
knīēpe (Q021p Geleen),
pitsen:
pitsje (Q021p Geleen),
pitsjen (Q021p Geleen)
|
knellen [SGV (1914)] || Knijpen: vel of vlees met de vingers samenknijpen; drukken (nijpen, knijpen, pitsen). [N 84 (1981)] || nijpen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18151 |
knikkebenen |
met doorgezakte knie?n lopen:
doargezakte (Q021p Geleen)
|
lopen: met doorknikkende knieën lopen [kwakken] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
27967 |
knikken |
doorzakken:
dōrzakǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Eisden])
|
Gezegd van een stijl die door te zware belasting doorbuigt. [N 95, 357; monogr.]
II-5
|
22363 |
knikker |
huif:
uuf (Q021p Geleen),
uuve (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
(= knikkers).
uven (Q021p Geleen),
meis:
mausj (Q021p Geleen)
|
Balletjes van gebakken aarde, steen, marmer of glas [bolbaai, kets, kaaischeut, jibber, klits, ket, til, knipper, knot, marbol, marbel, mölmer, kaster, kasser, huuf, köls, kölster, vrenkel]. [N 88 (1982)] || benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)] || knikker [SGV (1914)] || Knikkers.
III-3-2
|