e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkdistel dauwdistel: eigen spellingsysteem additie bij vraag 157 e.v. = melkdistel  doedistel (Geleen, ... ) [N 82 (1981)]melkdistel [N 82 (1981)] I-7, III-4-3
melkgift van de zeug zog: zǫx (Geleen) [N 19, 20] I-12
melkstoeltje melkstoel: męlkštōl (Geleen), mɛlkštōl (Geleen) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melktanden: melktenj (Geleen), melktènj (Geleen) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef zij: zi (Geleen), zijschotel: zišōtǝl (Geleen) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
meloen meloen: eigen spellingsysteem  meloen (Geleen), WLD  meloen (Geleen) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen menen: meine (Geleen, ... ) van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1
menggereedschap meelschup: męlšøp (Geleen) De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b] II-1
mengmachine voor deeg kneedmachine: knęmǝšīn (Geleen) Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103] II-1
mens (alg.) mens: ook voor man en vrouw; geringachting, sympathiek medelijden en verwondering  meͅnš (Geleen) mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)] III-2-2