e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
noot noot: noot (Geleen) noot [DC 47 (1972)] III-2-3
nootjeskool nootjes: nø̄tjǝs (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Kolensoort waarvan de afmeting varieert van 6 tot 120 mm. [N 95, 467] II-5
nors lomp: lŏmp (Geleen), zuur: zoer (Geleen), zōēr (Geleen) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
noten afslaan houwen: WLD  hauwe (Geleen), slaan: sjlaon (Geleen), eigen spellingsysteem  sjlaon (Geleen) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notenboom notenboom: -  notebaum (Geleen), noteboum (Geleen) okkernoot [DC 17 (1949)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
notendop schaal: sjaal (Geleen), eigen spellingsysteem  sjaal (Geleen), WLD  sjààl (Geleen) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notule (Geleen) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
noveen noveen (<lat.): noveen (Geleen) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
o.v.s.-gebouw o.v.s.-gebouw: ōvēɛs-gǝbu (Geleen  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) De Ondergrondse Vakschool waar de mijnwerker wordt opgeleid voor het mijnwerk ondergronds. [N 95, 24] II-5
obstakel ongerief: ongereef (Geleen), ŏngereef (Geleen) iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4