e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borsten memmen: memme (Geleen) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: (dim. beusjke)  bors (Geleen), borstkas: borstkas (Geleen) Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstlamp mijnmeterslamp: mīnmę̄tǝrslamp (Geleen  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]) Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.] II-5
borstvliesontsteking fleuris: fleuris (Geleen, ... ), pleuris: pleiris (Geleen) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
bos bos: bǫš (Geleen), bosje: bø̜škǝ (Geleen) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8
bos groente bussel: bössel (Geleen), eigen spellingsysteem  bössel (Geleen), WLD  bössel (Geleen) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] I-7
bosbessenvlaai bosbessenvlaai: Syst. WBD  bosbessevlaai (Geleen) Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
boter boter: bōtǝr (Geleen), botter: botǝr (Geleen) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: bòtramme (Geleen), Syst. WBD  boteram (Geleen) boterhammen || Een boterham (stuk, botteram?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham (kinderwoord) bammetje: Syst. WBD  bammeke (Geleen) Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)] III-2-3