e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dekenaat dekenaat (<fr.): daekenaat (Geleen) Een dekenaat. [N 96D (1989)] III-3-3
dekken dekken: dèkken (Geleen), eigen spellingsysteem paard  dèkke (Geleen), WLD ?  dekke (Geleen), remmelen: eigen spellingsysteem konijn  remmelen (Geleen), treden: eigen spellingsysteem kip  traeje (Geleen) Hoe noemt u het vrouwelijke dier bevruchten (dekken, rijden, springen, remmelen) [N 83 (1981)] III-4-2
deklatten daklatten: dāklatǝ (Geleen) De latten op het dak waaraan de stro- of rietbedekking wordt vastgemaakt. [N F, 32b; N 4A, 14a] II-9
deksel van de karnton schijf: šīf (Geleen) Deksel met een opening voor de karnstaf. [A 7, 21; JG 1a, 1b; Ge 22, 38; N 12, add.] I-11
deksel van een doodskist deksel: dĕksel (Geleen) het deksel van een doodskist [scheel, roef] [N 87 (1981)] III-2-2
dekterrein dekterrein: dɛktręjn (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Het pakket van lagen dat bestaat uit in het algemeen niet verharde grondsoorten zoals grind, klei en zand en dat zich bevindt tussen de aardoppervlakte en het carboongesteente. [N 95, 168; monogr.] II-5
dempig dempetig: dɛmpǝtex (Geleen) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
den dennenboom: eigen spellingsysteem  dennebaum (Geleen) De den (in het bijzonder de grove den) (den, del, mast, spar). [N 82 (1981)] III-4-3
denkbeeldige lijn tussen hok en losplaats vlieglijn: vleeglien (Geleen), vogelvlucht: vogelvlug (Geleen) Hoe zegt men: de denkbeeldige lijn tussen hok en losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
denken denken: denke (Geleen) denken: Je moet er nog maar eens over - [DC 35 (1963)] III-1-4