34012 |
inhalen |
uitvaren:
ǭǝ.t˲vǭǝ.rǝ (P186p Gelinden)
|
Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33030 |
inkappen, eerste slagen maken met de zicht |
banen:
banen (P186p Gelinden),
inkappen:
ęi̯.ŋkapǝ (P186p Gelinden)
|
De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f]
I-4
|
21687 |
inkomsten |
inkomen:
ps. omgespeld volgens IPA.
ēͅn’komə (P186p Gelinden)
|
inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33182 |
inleggen (in een voor) |
inleggen:
ē̜.nlęgǝ (P186p Gelinden)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
34001 |
inspannen |
inspannen:
ē̜.nspanǝ (P186p Gelinden)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zātə (P186p Gelinden)
|
zouten [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
18259 |
jak |
kazavek:
kesevek (P186p Gelinden)
|
jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
ook materiaal znd 27, 44
zjaloes (P186p Gelinden)
|
jaloers [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18193 |
jas: algemeen |
paletot (fr.):
pālto (P186p Gelinden, ...
P186p Gelinden)
|
jas [ZND 06 (1924)], [ZND 08 (1925)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
jenever:
djeͅniévəl (P186p Gelinden),
džənieͅvəl (P186p Gelinden),
de tweede e heeft extra @
djeͅniévəl (P186p Gelinden),
schnaps (du.):
snaps (P186p Gelinden, ...
P186p Gelinden)
|
jenever [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|