e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keelpijn halspijn: ho:spiŋ (Gemmenich) keelpijn [RND] III-1-2
kegel kegel: Nicht in der Bed. geometrischer Körper: s. koon.  kī:jəl (Gemmenich) Keejel: Kegel. III-3-2
kegelbaan kegelbaan: `kē:jəlbā:n (Gemmenich) Keejelbaan: Kegelbahn. III-3-2
kegelen kegelen: mə ke:gəlt ne:tmi.ə (Gemmenich), NB keejeler: Kegler.  `kē:jələ (Gemmenich) Keejele: Kegeln. || met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: keͅldər (Gemmenich) kelder [RND] III-2-1
kemphaan kemphaan: kamphaan (Gemmenich) kemphaan (29 alleen langs de rivieren in weiland; mannetjes hebben in het voorjaar bonte veerkragen en houden gezamenlijke schijngevechten [N 09 (1961)] III-4-1
kerel kerel: ki.al (Gemmenich) kerel [RND] III-3-1
kerk kerk: e ees te vreug ejen keerk (Gemmenich) te vroeg in de kerk zijn [N 08 (1961)] III-3-3
kerkhof kerkhof: kerkef (Gemmenich) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kerkuil kerkuil: keerkül (Gemmenich) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1