e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
worst worst: wōəš (Gemmenich) worst [ZND 04 (1924)] III-2-3
wortel wortel: wo ̞tsǝl (Gemmenich), wǫ.tǝl (Gemmenich) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
worteltje moren: muhre (Gemmenich) [Heem 12.1 (1968)] I-7
zaad, zaaigoed zaam: zǭm (Gemmenich  [(m)]  ) Hetgeen men uitstrooit, zaait op het land; de verzamelnaam. Zie voor het enkelvoudige begrip "zaadje" achterin het lemma. Vergelijk ook het lemma graankorrel (2.6). De typen gezaads en gezaams worden voornamelijk gebruikt voor (tuin)zaden. (m) achter de plaatscode geeft aan dat uitdrukkelijk is opgegeven dat ''zaad'' er een "de-woord" is. [N M, 22; JG 1a, 1b; Wi 5; RND 111; monogr.] I-4
zanglijster, lijster lijster: liester (Gemmenich) zanglijster (22,5 bekend; gelige, gestippelde borst en buik; broedt in grote parken en bossen; ook trekvogel; nest is van binnen glad en bruin; roep [tsp]; luide roepende zang [N 09 (1961)] III-4-1
zeep zeep: zēp (Gemmenich) Zeep [ZND 04 (1924)] III-1-3
zenuw nerv (du.): der nerf (Gemmenich) zenuw [zeen] [N 10 (1961)] III-1-1
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen (zich) klemmen: klɛmǝ (Gemmenich) [N 8, 75 en 79] I-9
zich over de rug wentelen (zich) schokkelen: sxukǝlǝ (Gemmenich) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zien, kijken zien: zīə (Gemmenich) zien [RND] III-1-1