e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flens collier: collier (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]) Opstaande rand aan het einde van buizen om deze met schroeven aan elkaar te kunnen verbinden. [N 95, 826; monogr.] II-5
flets snips: hè ziet er maor snips aut (Genk) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-2
flikflooien fleren: ook materiaal znd 23, 55  flère (Genk), fletsen: ook materiaal znd 23, 55  fletse (Genk), flikflooien: ook materiaal znd 23, 55  flikfloeie (Genk), mouwvegen: ook materiaal znd 23, 55  mauwvegen (Genk) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4
fluim fluim: fluim (Genk) fluim [ZND 23 (1937)] III-1-2
fluisteren fezelen: Van Dale: fiezelen, (gew.) fezelen.  fiezelen (Genk), fizele (Genk) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fluit fluit: flêeët (Genk), fluitje: flêetske (Genk) Fluit. [Willems (1885)] III-3-2
fluiten fluiten: flêten (Genk) Fluiten. [Willems (1885)] III-3-2
fluweel, velours velours: flūr (Genk) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.): floer(e) (Genk), velours (fr.) broek: floere broek (Genk) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] || fluweel (bn.) III-1-3
fokmerrie kweekmeer: kwē.kmē.r (Genk) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9