e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getrouwde vrouw getrouwd vrouwmens: gətrət fròmməs (Genk) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige bruidsjong: broudsjóng (Genk) getuige bij bruiloft III-2-2
getuige zijn getuige zijn: geteige zien (Genk) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 115 (2003)] III-2-2
getuigrek kapstok: kapstok (Genk) Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81] I-6
gevaarlijk gevaarlijk: gevaorlik met viēer te spiēĕle (Genk), met vier spie-ele es gevaorlek (Genk) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel gevaarlijk: das ne gevaorleke kèrel (Genk), vervaarlijk: dat es ne vervaorleke kèrel (Genk) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevel gevel: gēͅvəl (Genk, ... ) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] || gevel III-2-1
geven geven: gēve (Genk, ... ), gēəvə (Genk) geven [ZND 25 (1937)] III-1-2
gewas plant: (mv)  pla.ntǝ (Genk) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
gewelf gewelfsel: gǝwęlǝfsǝl (Genk) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9