e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slingeren slingeren: slingeren (Genk) Het oogsten van honing door middel van een honingslinger. De ramen worden zo geplaatst dat de toplatten achteraan komen. De reden is dat de stand van de cellen van binnen naar buiten wijst, iets schuin omhoog. [N 63, 126; N 63, 123a; JG 1b; Ge 37, 174; monogr.] II-6
slingerhoning slingerhoning: sle.ŋǝrhūǝ.neŋ (Genk), sleŋerhuǝneŋ (Genk) Honing die geoogst wordt door de raten in een toestel rond te laten slingeren, waardoor de honing uit de raten verwijderd wordt. [N 63, 116c; N 63, 115c; JG 1a; monogr.] II-6
slip slip: himəslip (Genk), ss. sub. himme.  himmeslippe (mv.) (Genk), vaan: vōən (Genk) hemdslip || hemdslip, pand van een hemd [slup, slipruiter, geer, vaan, lesj, hemsjlup] [N 25 (1964)] III-1-3
slipjas pitteleer (<fr.): Slipjas.  pitteleer (Genk), slipjas: slipjas (Genk) Afhangend einde van een kledingstuk [slip, klamp] [slipjas] [N 114 (2002)] III-1-3
slippen slepen: slepen (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Domaniale]) Gezegd van een transportband. Een slippende band is gevaarlijk, omdat daardoor brand kan ontstaan (Handb. H. pag. 71). Op de vier Oranje-Nassaumijnen had men volgens de invuller uit Q 113 een afdoend middel voor een slippende transportband: men ging er met een paar man op lopen zodat hij op de rollen werd gedrukt. [N 95, 651] II-5
slobkous get: gɛtə (Genk) Slobkous, een paar slobkousen. Bedoeld wordt een bekleedsel dat de voetwreef en het onderste van de scheen bedekt; aan de zijkant toegehaakt en soms met een riempje onder de schoen bevestigd (fr. guêtre) [ZND 48 (1954)] III-1-3
sloffen sloffen: sloeffen (Genk) Zodanig lopen dat de zool over de grond schuift (sloffen, klossen, sjroevelen, sjroeffelen) [N 108 (2001)] III-1-2
slokdarm slokdarm: slogdeͅrəm (Genk) slokdarm [krop, gorgel] [N 10 (1961)] III-1-1
slons (slodder?) schaddel: sjaddel (Genk), slodder: sladder (Genk) sloor || vuile vrouw III-1-4
slootjespringen over de zouw springen: over de zauw springe (Genk) slootje springen [pikkelegen, sponselen, kapoetelen] [N 112 (2006)] III-3-2