e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gelijkspel boef: bóf (Genk) 1. Gelijkspel. III-3-2
gelijkspelen gelijkstaan: ve ston glijk (Genk) quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2
geloof geloof: is z’n gelōēf kwijt (Genk) Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)] III-3-3
geloven geloven: gelēve (Genk) Geloven. [ZND 35 (1941)] III-3-3
geluidloos een wind laten ene op de sokken laten (gaan): ééne op z`n zokke loate vliege (Genk) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)] III-1-1
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: gelēͅksvugel (Genk) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemaok (Genk) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemekkelek (Genk), ook materiaal znd 23, 77  gemekkelijk (Genk) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemalen en gezuiverd graan bakmeel: bakmē̜l (Genk) Omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk was, kwamen er bij de antwoorden op de vraag naar de naam voor "gemalen en gezuiverd graan" zowel meel- als bloem-opgaven voor. Meel bestaat uit het inwendige van de tarwe- of roggekorrel plus de zemel, dus het is de geheel vermalen korrel, terwijl de bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern (Schoep blz. 12). Vroeger werd de gehele korrel vermalen tot meel. Daarna werd het meel gezeefd, waarbij een groot deel der zemelen achterbleef op de zeef. Het gezeefde product was dan de bloem, die echter nog heel wat zemeldelen bevatte (Schoep blz. 13). De voor dit lemma opgegeven bloem-varianten zijn verplaatst naar het lemma ''bloem''. [N 29, 14b; N 29, 15c; N 16, 80] II-1
gemalen, niet gezuiverd graan krinsel: krinsǝl (Genk) De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a] II-1