18239 |
armband |
armband:
ɛrmbant (Q003p Genk)
|
armband (Fr> bracelet) [ZND 32 (1939)]
III-1-3
|
21295 |
arme mens |
arme mens:
nə ɛrmə mins (Q003p Genk)
|
een arme mens [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21489 |
armoede |
armoede:
ɛrmui (Q003p Genk)
|
armoede [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
28950 |
armsgatuitsnijding |
armskot:
armskǫǝt (Q003p Genk)
|
De uitsnijding voor de mouw bij het colbert. [N 59, 101a]
II-7
|
25055 |
armvol |
armvol:
eͅrmvol (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
hɛlvǝr (Q003p Genk),
ɛrǝmvǫl (Q003p Genk)
|
armvol [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.]
I-4, III-4-4
|
21570 |
arresteren |
aanhouden:
ze hemmen hem aangehage (Q003p Genk),
arresteren (<fr.):
ze hemmen hem gearesteerd (Q003p Genk),
pakken:
de palis het m gepakt (Q003p Genk),
ze hemmen hem gepakt (Q003p Genk)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21034 |
as |
as:
as (Q003p Genk)
|
as [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
19499 |
as van het vuur |
assen:
asə (Q003p Genk)
|
as, overschot bij verbranding
III-2-1
|
32824 |
as, spil van de rol |
as:
as (Q003p Genk),
pegel/peel:
pī.gǝl (Q003p Genk)
|
De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.]
I-2
|
32672 |
asblok |
karlade:
kārlǭi̯ (Q003p Genk)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|