e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heupjicht jicht: jich (Genk) Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (ischias, geschot, steek(te), pleurijs, flerecijn). [N 107 (2001)] III-1-2
heupwijdte, zitwijdte heupwijdte: heupwijdte (Genk) Maat gemeten om het dikste deel van het zitvlak, met voor heren twee vingers speling tussen de maatband en het lichaam. [N 59, 44d; N 59, 44c; N 62, 2b] II-7
heuvel berg: bɛrǝx (Genk), heuvel: hiǝvǝl (Genk), hīvǝl (Genk) Een kleine verhevenheid in het landschap. [L 34, 22] I-8
heuvel, kleine hoogte berg: nə beͅrəx (Genk), heuvel: nen hievel (Genk), nen hieəvel (Genk), hoogte: wat een hīxtə (Genk), wat een hoegte (Genk) heuvel [ZND 34 (1940)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)] III-4-4
hiel vers: vars (Genk, ... ), vas (Genk) hiel (van den voet) [ZND 01u (1924)] || hoe heet het achterdeel van de voet (fr. talon) [ZND 29 (1938)] III-1-1
hielpand vers: vars (Genk) Het gedeelte van het boventuig dat de achterkant van de voet, het achterste deel van de zijkant van de voet en de bovenkant van de wreef bedekt. Zie afb. 18. [N 60, 17; N 60, 28] II-10
hielpand [wld ii.10, p. 24] vers: vars (Genk) Hoe noemt u het gedeelte van de schoen dat afgebeeld is op tek. 17? (hiel) [N 60 (1973)] III-1-3
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn vader: he oort noo ze voader (Genk), hé aort nò zə vaor (Genk), naar zijn vader aarden: no ze voar oare (Genk) naar zijn vader aarden || naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
hijgen kuimen: kɛi̯mǝ (Genk), snakken: ze snakke (Genk) [JG 1a, 1b]zij hijgen (naar adem) [ZND 01u (1924)] I-11, III-1-2
hijgen naar adem, reutelen snakken naar adem: hɛ snaktə nò zənən òəm (Genk) Hoe zegt men van een stervende, die naar adem hijgt of reutelt? [ZND 41 (1943)] III-2-2