e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong van een rund jong: jǫŋk (Genk), vaars: vē̜rs (Genk) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: baq (Genk), bax (Genk), báx (Genk), baggen (mv.): bage (Genk), bagje: bɛkskǝ (Genk), bɛqskǝ (Genk) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge duif pieper: pieper (Genk, ... ) duif, jonge — || Jonge duif. III-3-2, III-4-1
jonge gans ganzenkuiken: gā.zǝkęi̯kǝ (Genk), jonge gans: joŋ gās (Genk), jōŋ gans (Genk) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitenlam: gē.tǝlamp (Genk) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pęl (Genk) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: joong (Genk, ... ), jòng (Genk), jònk (Genk), jóng (Genk, ... ), jongen: jonge (Genk, ... ), jongetje: dim.  jingske (Genk) jongen || jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft vrijer: vreeër (Genk), vrijër (Genk) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)] III-2-2
jongen ter wereld brengen lammen: lamǝ (Genk) [N 77, 94] I-12
jongenshemd jongenshemd: joengeshimme (Genk), jongenshemdje: joengeshemdje (Genk) Jongensondergoed, jongenshemd [N 114 (2002)] III-1-3