e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schot schot: šīt (Genk) Een schot, twee schoten (van een wapen). [ZND 06 (1924)] III-3-1
schotel schotel: šuətəl (Genk), šūətəl (Genk, ... ), grote schaal voor koude schotel versierde schaal om tegen de muur te hangen  šuətəl (Genk), teil: tēəl (Genk) een ronde schotel [ZND 06 (1924)] || schotel [ZND m] || schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || teil, in de betekenis van aarden pan of diepe schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schotelrek, bordenrek tinnenbred: tiənəbriət (Genk) legplank waarop de tinnen schotels staan III-2-1
schoteltje ondertas: oͅnərtas (Genk), schoteltje: sjītəlkə (Genk, ... ), sjīətəlkə (Genk, ... ), sjuətəltsjə (Genk), sjūətəlkə (Genk), šītəlkə (Genk), šuətəlkə (Genk), tasje: teskə (Genk) een kopje met een schoteltje [ZND 34 (1940)] || schoteltje [ZND 34 (1940)], [ZND 45 (1946)] || schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)] III-2-1
schouder schouder: šoərs oͅpholə (Genk) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schouderblad schouderblad: schooerbloat (Genk) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft. schug). [N 106 (2001)] III-1-1
schouderkussen schouderkussen: schouderkussen (Genk) Klein glanskussen waarmee men de schouders kan persen. [N 59, 26b; N 59, 19b; N 59, 19e] II-7
schoudermanteltje pelerinetje (<fr.): Fr. pélérine [sic].  pèllerin(neke) (Genk) schoudermanteltje III-1-3
schoudernaad schoudersnaad: šōǝrsnǭt (Genk) Naad van een kledingstuk die op de schouder valt, van de kraag tot de mouw van een jas, een japon enz. [N 59, 98] II-7
schouders schouder(s): šōǝ.r (Genk), šōǝ.rǝ (Genk) De schouder loopt van de schoft naar beneden in een punt uit. Zie afbeelding 2.18. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1 en 32.2] I-9