21367 |
schot |
schot:
šīt (Q003p Genk)
|
Een schot, twee schoten (van een wapen). [ZND 06 (1924)]
III-3-1
|
19506 |
schotel |
schotel:
šuətəl (Q003p Genk),
šūətəl (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
grote schaal voor koude schotel versierde schaal om tegen de muur te hangen
šuətəl (Q003p Genk),
teil:
tēəl (Q003p Genk)
|
een ronde schotel [ZND 06 (1924)] || schotel [ZND m] || schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || teil, in de betekenis van aarden pan of diepe schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19876 |
schotelrek, bordenrek |
tinnenbred:
tiənəbriət (Q003p Genk)
|
legplank waarop de tinnen schotels staan
III-2-1
|
19508 |
schoteltje |
ondertas:
oͅnərtas (Q003p Genk),
schoteltje:
sjītəlkə (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
sjīətəlkə (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
sjuətəltsjə (Q003p Genk),
sjūətəlkə (Q003p Genk),
šītəlkə (Q003p Genk),
šuətəlkə (Q003p Genk),
tasje:
teskə (Q003p Genk)
|
een kopje met een schoteltje [ZND 34 (1940)] || schoteltje [ZND 34 (1940)], [ZND 45 (1946)] || schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17637 |
schouder |
schouder:
šoərs oͅpholə (Q003p Genk)
|
schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17638 |
schouderblad |
schouderblad:
schooerbloat (Q003p Genk)
|
Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft. schug). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
28917 |
schouderkussen |
schouderkussen:
schouderkussen (Q003p Genk)
|
Klein glanskussen waarmee men de schouders kan persen. [N 59, 26b; N 59, 19b; N 59, 19e]
II-7
|
18679 |
schoudermanteltje |
pelerinetje (<fr.):
Fr. pélérine [sic].
pèllerin(neke) (Q003p Genk)
|
schoudermanteltje
III-1-3
|
29083 |
schoudernaad |
schoudersnaad:
šōǝrsnǭt (Q003p Genk)
|
Naad van een kledingstuk die op de schouder valt, van de kraag tot de mouw van een jas, een japon enz. [N 59, 98]
II-7
|
33783 |
schouders |
schouder(s):
šōǝ.r (Q003p Genk),
šōǝ.rǝ (Q003p Genk)
|
De schouder loopt van de schoft naar beneden in een punt uit. Zie afbeelding 2.18. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1 en 32.2]
I-9
|