22765 |
sint-maartensvuur |
sint-maartensvuur:
sent martəsvīər (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
bestaat goddank nog in genk
st maartensvuur (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2, III-3-3
|
23286 |
sint-pieter te rome |
sint-pieter:
sint-pieter (Q003p Genk),
sint-pitər (Q003p Genk),
St. Pieter (Q003p Genk),
sɛnt-piətər (Q003p Genk),
sinte-pieter:
sente pieter (Q003p Genk),
sinte-pieter (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
19420 |
sintel |
amer:
omərə (Q003p Genk),
asse:
de assə (Q003p Genk),
krik:
krekə (Q003p Genk),
krəkkən (Q003p Genk),
singel:
singelen (Q003p Genk),
sinkel:
sinkəls (Q003p Genk)
|
Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)] || sintels
III-2-1
|
22703 |
sinterklaas |
sinterklaas:
sentərklôs (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)]
III-3-2, III-3-3
|
33587 |
sjalot |
sjarlot:
sjerlot (Q003p Genk),
šərloͅtə (Q003p Genk)
|
sjalot || sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
21143 |
sjees |
sjees:
šē̜s (Q003p Genk),
sjeesje:
šēskǝ (Q003p Genk)
|
Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr]
I-13
|
22408 |
sjoelbak |
sjoelbak:
sjoelbak (Q003p Genk)
|
het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
33550 |
sla, algemeen |
salade:
slōͅ.t (Q003p Genk),
salade, sla
sload (Q003p Genk)
|
[Goossens 1b (1960)]sla
I-7
|
17870 |
slaan |
houwen:
green en bloo gehauwt (Q003p Genk),
green en bloo gehut (Q003p Genk),
šeͅif ən šēͅl gəhauwt (Q003p Genk),
slaan:
bont ɛm blōw gəslaogə (Q003p Genk),
grien en bloo gesloagen (Q003p Genk),
hauwf kruəpəl gəsluən (Q003p Genk),
zwat en blo geslagen (Q003p Genk)
|
bont en blauw geslagen [RND] || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)]
III-1-2
|
17744 |
slaap |
slaap:
slop (Q003p Genk)
|
slaap [N 10b (1961)]
III-1-1
|