18279 |
vouw |
plooi:
ploei (Q003p Genk),
plooi (Q003p Genk)
|
de vouw in de broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
33693 |
vredewis |
vreewis:
brēwęš (Q003p Genk),
vrēwøs (Q003p Genk)
|
Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.]
I-8
|
21398 |
vreemde (man) |
buitenlander:
ne boutelander (Q003p Genk),
uitlander:
ne outlander (Q003p Genk)
|
Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
20294 |
vriend |
kameraad:
kamərōͅdə (Q003p Genk),
kaməru.ət (Q003p Genk),
vriend:
frin (Q003p Genk),
vrin (Q003p Genk)
|
vriend [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
18852 |
vriendelijk |
vriendelijk:
vrindelik (Q003p Genk),
vrintelik (Q003p Genk)
|
vriendelijk
III-1-4
|
20276 |
vroedvrouw |
goeivrouw:
gŏĕjvrouw (Q003p Genk),
wijsvrouw:
waasvró (Q003p Genk),
weisvro (Q003p Genk),
wijsvro (Q003p Genk),
wijsvrouw (Q003p Genk),
wijzvroo (Q003p Genk)
|
Hoe noemt men de (gediplomeerde) vrouw die helpt bij de geboorte, indien er geen dokter aanwezig is? (nld. vroedvrouw) [ZND 46 (1946)] || vroedvrouw [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
23276 |
vroegmis |
eerste mis:
d`ierste mes (Q003p Genk),
eerste mis (Q003p Genk),
vroegmis:
vrichmɛs (Q003p Genk)
|
Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND]
III-3-3
|
21276 |
vrouw |
vrouw:
vro (Q003p Genk),
vro. (Q003p Genk),
vrouwmens:
froməs (Q003p Genk)
|
vrouw [RND], [RND], [ZND 04 (1924)]
III-3-1
|
22805 |
vrouw en boer in het kaartspel |
kleine bruid:
Sub broud, (2).
kleen broud (Q003p Genk)
|
Dame en boer [in kaartspel].
III-3-2
|
22856 |
vrouw in het kaartspel |
dame:
dam (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
4. Dame uit het kaartspel. || En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - III. Vrouw. [DC 52 (1977)]
III-3-2
|