e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffiedik drats: drats (Gennep), bezinksel van gemalen koffie  dràts (Gennep), koffiedrats: koffiedrats (Gennep), kŏffiedrats (Gennep) droesem [SGV (1914)] || droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] || koffiedik [SGV (1914)] || koffiedik, koffiedrab III-2-3
koken (intr.) brotselen: brøͅtsələ (Gennep), koken: kaokə (Gennep), köke (Gennep) koken [DC 03 (1934)], [RND] || zacht koken of bakken; koken door ongeoefend persoon III-2-3
koken (tr.) koken: kōͅkə (Gennep) koken III-2-3
kokkin kookster: koͅkstər (Gennep) kokkin III-2-3
kokmeeuw meeuw: meeuw (Gennep), pikmeeuw: pikmèw (Gennep) kokmeeuw || kokmeeuw (38 zeer bekend; witte vogel met s zomers bruinzwarte kop; in grote troepen op en rond allerlei water; in de stad ook daarvandaan; schreeuwerige vogel; vooral in de grote broedkolonies; aan Schelde en Maas komen nog meer, meest grotere soorten [N 09 (1961)] III-4-1
kolblei bliek: WLD  blĭĕk (Gennep) De kolblei lijkt op de brasem maar is bleker van kleur (blei, bliek, kapmes, kalfoog, platte, platter) [N 83 (1981)] III-4-2
kolen cokes: kōks (Gennep), kolen: kǭlǝ (Gennep), vetkolen: vɛtkǭlǝ (Gennep) De verschillende soorten kolen waarmee de oven wordt gestookt. Zie ook het lemma ɛkolenɛ in de paragraaf over de veldoven. In L 163 werd werd voor het stoken van de oven ook kolenslik gebruikt. Men noemde dit slemp (slɛmp). Zie ook het lemma ɛkolenslikɛ in wld II.5, pag. 216.' [N 49, 62b; monogr.] II-8
kolengruis gruis: gry(3)̄s (Gennep) (kolen)gruis III-2-1
kolgans kulletjesgans: kuullekesgaans (Gennep) kolgans (± 70 witte kol, zwarte borststrepen; vaak tussen andere soorten [N 09 (1961)] III-4-1
kom kom: kom (Gennep) kom [SGV (1914)] III-2-1