23458 |
noodklok |
brandklok:
braandklok (L164p Gennep)
|
De noodklok, brandklok, alarmklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20809 |
noot |
noot:
nōt (L164p Gennep),
nøͅt (L164p Gennep),
nōt (L164p Gennep)
|
Het blokje hout dat het bovenste uiteinde van het staakijzer in het spilgat van de ijzerbalk op zijn plaats houdt. Bij het loskoppelen van het staakijzer wordt de noot weggenomen. Zie ook afb. 61. [N O, 14k; N O, 14j] || noot
II-3, III-2-3
|
20810 |
nootmuskaat |
nootmuskaat:
nōt˂bəsxōͅt (L164p Gennep)
|
nootmuskaat
III-2-3
|
21348 |
nors |
nors:
nŏrsch (L164p Gennep),
stuurs:
stuurs (L164p Gennep),
zuur:
zōēr (L164p Gennep)
|
norsch (barsch) [SGV (1914)] || onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21122 |
noten afslaan |
afslaan:
WLD
àfslaon (L164p Gennep)
|
Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33501 |
notendop |
boest:
WNT sv boest
bŏĕst (L164p Gennep)
|
De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)]
I-7
|
21706 |
notulen |
notulen:
nootŭŭlə (L164p Gennep)
|
het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18938 |
obstakel |
ongemak:
óngemak (L164p Gennep)
|
iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24903 |
ochtend (vanmorgen |
de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]:
smèèregəs (L164p Gennep),
ochtend:
lang uitgesproken
mĕn (L164p Gennep),
mĕrge (L164p Gennep)
|
s morgens) [N 91 (1982)], [SGV (1914)]
III-4-4
|
24947 |
oever |
kant:
kànt (L164p Gennep),
kàànt (L164p Gennep),
oever:
oever (L164p Gennep),
talud:
klemtoon op u helling van een dijk
talu (L164p Gennep)
|
oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] || oeverhelling [SGV (1914)]
III-4-4
|