e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezig zijn doen: dōēn (Gennep) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezuuk (Gennep), bezūūk (Gennep), volk: volk (Gennep) bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgd bezorgd: bezörgt zien (Gennep) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming zwijmel: zwiemel (Gennep) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen bibbelen: bibbele (Gennep), bibberen: bibbere (Gennep) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
bidden beden: bêje (Gennep) bidden [SGV (1914)] III-3-3
bidprentje dodenprentje: zie dödspri.ntje  döjepri.ntje (Gennep), doodsprentje: dödspri.ntje (Gennep) bidprentje III-2-2
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte (Gennep) biechten [SGV (1914)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: biechtstoel (Gennep) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bieden bieden: bieje (Gennep), bījə (Gennep) bieden [RND], [SGV (1914)] III-3-1