e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaars dragende maal: drāgǝndǝ mǭl (Gennep), maal: māl (Gennep), mǭl (Gennep), schot: sxǫt (Gennep), vaars: vars (Gennep), vɛrs (Gennep) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelslet: sxotəlsleͅt (Gennep), sxotəlslɛt (Gennep), veegdoek: vēͅx˂duk (Gennep), vēͅx˂dūk (Gennep) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vadem, maat van uitgestrekte armen reik: èn rèk touw (Gennep) vadem touw [SGV (1914)] III-4-4
vademen in de naald(e) vamen: in dǝ nǫlt ˲vē̜mǝ (Gennep) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader vad: fât (Gennep), vat (Gennep, ... ), vât (Gennep), nogal lang als aanspraak  fat (Gennep), vader: vaoder (Gennep, ... ), voader (Gennep, ... ), anders dan fat  voader (Gennep) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader, pa || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
vagebond schooier: schòjər (Gennep) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagevuur vagevuur: vagevuur (Gennep) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
vak van een kast vak: vak (Gennep) Deel van een kast dat door schotjes of deurtjes van de rest gescheiden is (vak, loket) [N 79 (1979)] III-2-1
valgordijn, rolgordijn valgordijn: e toonloos  valgerdien (Gennep) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1
vallen vallen: vālle (Gennep) vallen [SGV (1914)] III-1-2