24172 |
huismus, mus |
mus:
mösch (Q018p Geulle),
mösj (Q018p Geulle)
|
Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
33609 |
huisweide |
huiswei:
hūs[wei} (Q018p Geulle)
|
I-7
|
23732 |
huiszegen |
huiszegen:
De huiszegen brengen de bedevaartgangers van Scherpenheuvel mee. Dit wordt in de stallen van het vee op de deur gehangen ter bescherming van het vee tegen ziektes.
hoeszaege (Q018p Geulle)
|
De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18936 |
hulp, bijstand |
hulp:
hulp (Q018p Geulle)
|
de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17956 |
huppelen |
huppelen:
huppele (Q018p Geulle)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20429 |
huwelijk |
trouwerij:
trouwerie (Q018p Geulle)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20022 |
hyacint |
hyacint:
hyacint (Q018p Geulle)
|
Hyacint (hyacinthus oriëntalis). Bloemdek met naar buiten omgebogen slippen; bol platrond met witte of violette buitenmantel. De bladeren zijn vlezig, tot 2 cm breed. De bloemstelen zijn tijdens de bloei ineengebogen, met een klein schutblaadje, de meeldr [N 92 (1982)]
III-2-1
|
21667 |
hypotheek |
hypotheek:
hypotheek (Q018p Geulle)
|
de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21216 |
identiteitskaart |
identiteitsbewijs:
identiteitsbewies (Q018p Geulle)
|
de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21793 |
iemand graag mogen |
gaarne hebben:
gèr höbbe (Q018p Geulle),
lijden:
lieje (Q018p Geulle),
moeten:
eemes motte (Q018p Geulle)
|
iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|