e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huismus, mus mus: mösch (Geulle), mösj (Geulle) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
huisweide huiswei: hūs[wei} (Geulle) I-7
huiszegen huiszegen: De huiszegen brengen de bedevaartgangers van Scherpenheuvel mee. Dit wordt in de stallen van het vee op de deur gehangen ter bescherming van het vee tegen ziektes.  hoeszaege (Geulle) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3
hulp, bijstand hulp: hulp (Geulle) de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)] III-1-4
huppelen huppelen: huppele (Geulle) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)] III-1-2
huwelijk trouwerij: trouwerie (Geulle) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] III-2-2
hyacint hyacint: hyacint (Geulle) Hyacint (hyacinthus oriëntalis). Bloemdek met naar buiten omgebogen slippen; bol platrond met witte of violette buitenmantel. De bladeren zijn vlezig, tot 2 cm breed. De bloemstelen zijn tijdens de bloei ineengebogen, met een klein schutblaadje, de meeldr [N 92 (1982)] III-2-1
hypotheek hypotheek: hypotheek (Geulle) de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)] III-3-1
identiteitskaart identiteitsbewijs: identiteitsbewies (Geulle) de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)] III-3-1
iemand graag mogen gaarne hebben: gèr höbbe (Geulle), lijden: lieje (Geulle), moeten: eemes motte (Geulle) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] III-3-1