e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1781
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
domme man cornelis: knilles (Geysteren), drikus: driekus (Geysteren), uilenkop: üllekop (Geysteren), uilskuiken: ülskükke (Geysteren) domme jongen || domme man || domoor || uilskuiken III-1-4
domme vrouw doos: doeës (Geysteren), salade-meid: letterlijk: slageit; mar.??  slaaimet (Geysteren), suftrien: suftrien (Geysteren, ... ) domme vrouw || suffer || vrouwelijke sufferd III-1-4
donderbeestje hommelbeestje: hómmelbieësje (Geysteren) donderbeestje III-4-2
donderen hommelen: hómmele (Geysteren) donderen, onweren III-4-4
donderx hommel: hómmel (Geysteren) donder, onweer III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Geysteren), düster (Geysteren) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || donker, duister III-4-4
dood (bn.) dood: doeued (Geysteren), dooed (Geysteren), dôêt (Geysteren), heeft zijn laatste keutel afgeknepen: heej het ziene letste keutel afgeknepe (Geysteren) dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood (bn) || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] || hij is dood III-2-2
dood (zn.) dood: doeëd (Geysteren) dood (zn.) III-2-2
doodgraver doodgraver: doeëdgrèver (Geysteren), grafmaker: een van de buren die het graf moet delven  grafmäker (Geysteren) doodgraver || grafdelver III-2-2
doodskist doodskist: dodskiest (Geysteren) doodskist III-2-2