e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1781
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
canadapopulier canada: kanada (Geysteren) kanadase, canadese populier III-4-3
cervelaatworst droogworst: drûûgwòòrst (Geysteren), knuppelworst: knøpəlwoͅrst (Geysteren) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
cichorei suikerij: sukəreͅi̯ (Geysteren) peekoffie III-2-3
cocon pop: pop (Geysteren) cocon [DC 18 (1950)] III-4-2
commode, ladenkast commode: komuət (Geysteren) commode III-2-1
communietaart opzet: op˃zat (Geysteren) banketwerk van amandelmacron III-2-3
compost weie(n)mest: węi̯ǝ[mest] (Geysteren) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1
daas (tabanidae) dees: dèès (Geysteren) daas, steekvlieg III-4-2
dak van de mijt muts: møts (Geysteren) Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Kap kan zowel op het gehele dak of, elders, alleen op de spits van het dak wijzen. In Q 158a wordt uitdrukkelijk aangegeven dat het dak kan uitlopen in een ronde spits ("appel") of in een spitse ("peer"), zie ook het lemma ''spits, kop van de mijt'' (5.1.24) en afbeelding 8. De opgaven die betrekking hebben op het materiaal waarmee gedekt wordt staan in het lemma ''strowalm'' (6.1.25). [N 15, 45b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
dakpan pan: pan (Geysteren) Algemene benaming voor een uit klei vervaardigde en vervolgens gebakken dakbedekking in de vorm van een vierkante of rechthoekige plaat. Naar vorm en afmeting worden gebakken pannen onder verschillende namen in de handel gebracht. Zo onderscheidt men bij de holle pannen de oud-hollandse pan, de verbeterde holle pan en de romaanse pan. Bij de vlakke pannen kent men de Tuile du Nord, de vlakke muldenpan, de holle muldenpan en de kruispan. [N 32, 44a; Gi 2, 48; monogr.] II-8